Diderik Batens
Mondelingen examens. Toelichting.


[Terug]   Informatie voor studenten, Diderik Batens, Centrum voor Logica en Wijsbegeerte van de Wetenschappen, Vakgroep Wijsbegeerte-Moraalwetenschap, Universiteit Gent   [uw commentaar]

Verloop.
Tenzij uitdrukkelijk anders werd afgesproken bestaan mondelinge examens uit (i) een schriftelijke voorbereiding en (ii) een mondeling gedeelte. Gedurende de schriftelijke voorbereiding hebt u ongeveer twee uur de tijd om uw gedachten te ordenen, een voorbereidend schema te maken, en een goed gestructureerd antwoord in schematische vorm neer te schrijven. Gedurende het mondelinge gedeelte lees ik uw voorbereiding en stel daar vragen bij.

Wat wordt getest?
U wordt beoordeeld op uw inzicht in de stof en op uw redeneervermogen erover. Dit betekent enerzijds dat vergissingen en misverstanden geen enkel belang hebben. Anderzijds betekent het ook dat een voorbereiding die bestaat uit kopieën van fragmenten van de cursus op zich geen enkele waarde heeft.
Een schriftelijke voorbereiding waarin u uw eigen woorden gebruikt, vereist meestal minder bijkomende vragen.

Enkele vuistregels voor het schriftelijke gedeelte.

  1. Antwoord kort en terzake. Ook voor uitvoerige vragen is meer dan anderhalve bladzijde steeds een indicator van onbegrip.
  2. Tracht niet weg te moffelen dat je iets niet begrijpt. Gedurende het mondelinge gedeelde blijkt dat meteen en maakt het een zeer slechte indruk.
  3. Na een uur schriftelijke voorbereiding kom ik wel even binnen. Als je met een vraag geen weg kan, kan je het dan beter zeggen. Ik geef dan wel een hint of een andere vraag.

Enkele vuistregels voor het mondelinge gedeelte.

  1. De lengte van het mondelinge gedeelte is in de regel omgekeerd evenredig met het aantal behaalde punten.
  2. Neem gerust de tijd om na te denken gedurende het mondelinge gedeelte, maar draai niet rond de pot wanneer je antwoordt op de vraag.
  3. Ik heb tijd nodig om je schriftelijke voorbereiding te lezen. Wacht rustig af terwijl ik dat doe. Tracht vooral de tijd niet ‘vol te praten’.
  4. Ik houd me steeds aanbevolen voor interessante discussies allerhande, maar niet gedurende het mondelinge gedeelte van het examen.
  5. Studenten die me willen verleiden gelieven dit uitsluitend te doen nadat ze zijn afgestudeerd.
  6. Ik deel nooit punten mee. Je punten zijn mijn probleem. Jouw probleem is het voorbereiden van het volgende examen.
  7. Gedurende het mondelinge gedeelte heb ik al mijn aandacht nodig om de punten te doseren die je verdient. Ik doe daartoe mijn oprechte best en verwacht dat je dat respecteert.

Enkele algemene vuistregels.

  1. Gegeven wat ik beoordeel, is een klare kop belangrijker dan wat je er de vorige nacht nog hebt ingeperst. Daarom heb je er alle belang bij uitgerust naar het examen te komen. Verder blijkt het aan te raden het examen zo vroeg mogelijk in de zittijd af te leggen.
  2. Herhaling van het voorgaande met andere woorden: wat je gedurende het jaar niet hebt verwerkt, kan je gedurende de ‘blokperiode’ niet meer inhalen.
  3. TV-programma’s (ook wereldkampioenschappen) en stappen blijken geen goede ontspanning gedurende de examenperiode. Wel aan te bevelen blijken: wandelen, enige sport (voor wie het gewoon is), een goed boek (bij voorkeur korte verhalen) en probleemloze seks.
  4. Niet alle studenten zijn even geboeid door alle vakken. Ik was in mijn studententijd niet anders. Dit ontslaat echter niemand van de plicht voor elk verplicht of gekozen vak aan de minimale vereisten te voldoen.
  5. Voor discussies over de zin van het vak, de filosofische relevantie ervan, of de manier waarop het wordt gegeven, enz., is er ruim de tijd gedurende het jaar, niet op het examen.
  6. Je bent maar eenmaal jong en je hebt het volste recht te bouwen aan een wereld die je beter acht dan de bestaande. Bedenk echter dat ook sommigen die wat ouder zijn, zoals ik, hopen aan een betere wereld te bouwen. Mij is de taak bemeten te selecteren. Zolang ik daaraan geloof, blijf ik op mondelinge examens quoteren tussen 19 en 1 (ik reserveer 20 voor God en 0 voor de pro forma’s).