Diderik Batens
Toelichting en hulp bij het vak WIJSBEGEERTE
voor de Faculteiten Wetenschappen en Geneeskunde

Gedurende het academiejaar 2002-03 wordt dit vak gedoceerd door Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem. Deze pagina zal worden aangepast naarmate de lessen vorderen.
De lessen gaan door op donderdag van 18u15 tot 19u30 in Aud. 2, Ledeganckstraat

[Terug]   Informatie voor studenten, Diderik Batens, Centrum voor Logica en Wijsbegeerte van de Wetenschappen, Vakgroep Wijsbegeerte-Moraalwetenschap, Universiteit Gent   [uw commentaar]
  1. Doel, inhoud en onderwijsvorm
  2. Toelichting bij de lessen
  3. Toelichting bij het examen
  4. Waarom oefeningen over bewijzen?
  5. Vragen bij de syllabus
  6. Suggesties bij de syllabus of bij internet-bestanden
  7. Oefeningen
  8. Testen
  9. Persoonlijke hulp bij dit vak
  10. Een waarschuwing

Op wat onderlijnd is kan u klikken. Deze pagina wordt geregeld bijgewerkt — kijk af en toe eens opnieuw.


[Top] [hier]     [ > ]     [commentaar]

Doel, inhoud en onderwijsvorm

Dit vak heeft tot doel inzichten en vaardigheden bij te brengen over twee onderwerpen:
(i) De wetenschappelijke methoden en hun evolutie, de achterliggende filosofische vragen, en de draagwijdte van wetenschappelijke en andere kennis. Hier leert de student nadenken over de eigen discipline. Daardoor zal hij of zij niet alleen een beter wetenschapper worden, maar ook de eigen wetenschap kunnen plaatsen binnen het ruimere kader van het menselijk handelen en kennen.
(ii) Filosofische vragen, de manier waarop ze kunnen worden behandeld en de relevantie van wetenschappelijke resultaten. De student wordt hier niet alleen vertrouwd gemaakt met vragen die zijn of haar eigen leven aanbelangen, maar leert ook hoe zowel wetenschappelijke resultaten als wetenschappelijke denkvormen bijdragen om deze vragen aan te pakken.

De achterliggende bedoeling is een realistisch beeld op te hangen van de relatie tussen wetenschappelijke en alledaagse kennis, en een genuanceerd inzicht te bieden in de rol en draagwijdte van de wetenschappen met betrekking tot maatschappelijke en persoonlijke vragen.

Het vak omvat vijf onderdelen:
(i) Een overzicht van de wijsgerige disciplines.
(ii) Enige filosofie van de logica en een elementaire inleiding tot de klassieke predikatenlogica.
(iii) Een schets van de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode sinds de zeventiende eeuw en een synthetische kijk op de hedendaagse methodologie.
(iv) Bespreking van enkele centrale methodologische en systematische concepten uit de wetenschappen.
(iv) Een korte behandeling van rationaliteit, normen en waarden, en zingeving.

De lessen worden gegeven als hoorcolleges waarin er ruim mogelijkheid is om vragen te stellen. Een syllabus is beschikbaar.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Toelichting bij de lessen

Het doel van de lessen — dit is iets anders dan het doel van het vak — is de studenten te helpen om de nodige inzichten te verwerven en de nodige vaardigheden aan te leren. Ik zal niet de syllabus voorlezen en hem zelfs niet samenvatten. Ik zal vooral ingaan op de grote verbanden en zal de moeilijkere delen uitleggen. (Dit brengt mee dat het geen zin heeft in de syllabus te proberen volgen gedurende de les.) Dat ik iets niet in de les zeg, betekent niet dat u het niet hoeft te kennen — de stof is wat in de syllabus staat. Gedurende de les geef ik ook aanwijzingen voor het examen.

Kom naar de les om er zoveel mogelijk op te steken. Dat gebeurt best door het gepaste deel van de syllabus vooraf door te nemen, en dat na de les opnieuw te doen. Door vooraf de syllabus door te nemen, krijgt u een idee van wat belangrijk is en wat niet. Als dat in de les anders blijkt te zijn, steek u daar veel bij op. Door het na de les te doen (dit is het absolute minimum) en uw eventuele nota’s met de syllabus te vergelijken, blijft u bij met de stof — als u dat niet doet, zal u de volgende les niet kunnen volgen. Wie op deze wijze de stof bijhoudt, zal nog weinig blokwerk hebben.
Wie de stof niet bijhoudt, kan in de les niet volgen, verliest de eigen tijd en stoort de anderen, ... Als u een les mist, werk dan in elk geval vóór de volgende les het behandelde deel van de syllabus door.

Dag en uur van de lessen:
Faculteit Geneeskunde: donderdag vanaf 16:00u, Ledeganckstraat auditorium 3
Faculteit Wetenschappen: donderdag vanaf 17:30u , Ledeganckstraat auditorium 2.

De groep studenten die dit vak volgt is groot en erg heterogeen. Dat is noch voor de studenten noch voor de lesgever aangenaam. Les geven veronderstelt wel een minimale efficiëntie, zodat strikte aandacht moet worden gevraagd gedurende de les.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Toelichting bij het examen

Het examen is schriftelijk en bestaat uit twee delen: open vragen en meerkeuzevragen. Op elk deel staan evenveel punten. De antwoorden op de meerkeuzevragen moeten worden gecodeerd op een speciaal formulier, dat ook voor examens van andere vakken wordt gebruikt.

Het examen is volledig ‘open boek’. Dit betekent dat u alle papieren mag meebrengen die u maar wil; de syllabus, nota’s, samenvattingen, ... (maar geen draagbare computer).

Nadat de vragen zijn uitgedeeld, krijgt u precies 2 uur tijd. Aangezien het een om ‘open boek’ examen gaat is de tijdslimiet strikt.

Het examen kan men best voorbereiden door gedurende het academiejaar de stof bij te houden, na te gaan of men alles begrijpt, en de verschillende onderdelen aan elkaar te koppelen. Daartoe moet men de syllabus grondig en aandachtig doornemen, zich afvragen ‘‘Wat betekent dit?’’, ‘‘Wat volgt eruit?’’, ... De syllabus een aantal keer oppervlakkig lezen is tijdverlies.

Beide delen van het examen meten inzicht in de stof en denkvermogen. Er werden zoveel meerkeuzevragen aangemaakt, en zoveel varianten van de verschillende alternatieven, dat het geen enkel nut heeft ‘oplossingen’ van bekende meerkeuzevragen mee te brengen. Wie in dergelijke lijsten zoekt, verliest zijn of haar tijd. Het antwoord op de open vragen is niet in de syllabus te vinden. Die vragen kunnen alleen worden opgelost door wie de verschillende delen van de stof heeft verwerkt, er de verbanden tussen ziet, en ze op de juiste manier kan toepassen.

Nog enkele tips.
Sommige studenten brengen een woordenboek mee om woorden uit de cursus op te zoeken. Wie bepaalde woorden niet begrijpt, moet ze zich onder het academiejaar eigen maken. Op het examen is het te laat en is de kans op een grove verkeerde interpretatie erg groot.
Sommige studenten trachten het antwoord op de open vragen in de cursus te zoeken. Dit is zinloos: er wordt geen enkele open vraag gesteld waarvan het antwoord in de cursus staat.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Waarom oefeningen over bewijzen?

Voor dit vak zal u bepaalde soorten oefeningen maken die u buiten het kader van dit vak wellicht nooit zal tegenkomen, bijvoorbeeld bewijzen zoeken. Wat is daarvan de zin? Het antwoord is eenvoudig: door die oefeningen te maken verwerft u vaardigheden die u wel degelijk nodig heeft.

Enkele vergelijkingen kunnen hier nuttig zijn. In het vak Lichamelijke Opvoeding hebt u oefeningen gedaan (aan het rek, op de plank, ...) die u buiten die les niet tegenkwam. Als u die oefeningen goed deed, dan hielden ze u lenig, en dat was vanzelfsprekend wel nuttig. Of vergelijk met therapieën. Mensen die lijden aan bepaalde vormen van stotteren, laat men oefeningen doen waarbij ze de eerste lettergreep van een ‘lastig’ woord drie of meer keer herhalen vóór ze de rest van het woord uitspreken. Vanzelfsprekend is het niet de bedoeling dat ze voor de rest van hun leven die eerste lettergreep drie keer herhalen. Het is slechts een hulpmiddel om geleidelijk aan lastige woorden vloeiend te leren uitspreken.

Op welke vaardigheden is het deeltje logica van dit vak gericht? Er zijn er verschillende, maar de twee belangrijkste zijn: het bewust vatten van de betekenis van Nederlandse zinnen en, daar onlosmakelijk mee verbonden, het zien van hun gevolgen. Die vaardigheden zijn onder meer meteen nuttig om andere vakken te blokken.

Sommige mensen denken dat iedereen Nederlands begrijpt en dat iedereen kan redeneren. Hier is een uitdaging. Open het computerprogramma Logica en ga naar ‘Eenvoudige Predikatieve Vormen in het Nederlands’. Het oplossen van deze oefeningen vergt slechts dat u eenvoudige Nederlandse zinnen begrijpt. U zal echter snel merken dat u, vóór u predikatenlogica hebt geleerd, geen erg hoog niveau haalt op deze elementaire oefeningen. Eens u Nederlandse zinnen leerde omzetten in een predikatieve taal, zal u die computeroefeningen vlot oplossen.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Vragen bij de syllabus

Dit deel zal gedurende het jaar worden aangevuld. De vragen zijn nuttig om het examen voor te bereiden. Het zijn geen letterlijke examenvragen, maar wie ze kan beantwoorden zal weinig moeite hebben om te slagen op het examen.
Laat me dit verduidelijken. Wie door in de les te luisteren, de syllabus te studeren en na te denken, de vragen juist kan beantwoorden, is gereed voor het examen. Een lijstje met juiste antwoorden helpt niet. Dergelijke antwoorden zullen dan ook noch door mij noch door de assistent worden verstrekt.

Juiste en foute beweringen
Sommige van deze beweringen gaan terug op wijdverbreide misvattingen waartegen de syllabus ingaat. Ook de andere betreffen echter centrale onderwerpen. Sommige beweringen zijn duidelijk waar of vals, bij andere is eerder een genuanceerd antwoord op zijn plaats. Het is de bedoeling dat u deze beweringen leest en er een mening over vormt vóór de lessen beginnen. Schrijf kort neer of u het met de bewering al dan niet eens bent en wat uw redenen daarvoor zijn. Nadat u een hoofdstuk hebt gestudeerd, neem u de vragen opnieuw door. Let erop of uw opvattingen gewijzigd zijn. Zo ja, vraag u dan af waarom ze gewijzigd zijn, welke argumenten u had om van mening te veranderen. Indien in de lessen of de syllabus een antwoord wordt verdedigd waarmee u het niet eens bent, vraag u dan af wat de argumenten zijn om bij uw standpunt te blijven.

Vragen bij de verschillende afdelingen van de syllabus
Deze lijst bevat vragen die elk student zich vanzelf zou moeten stellen bij het doornemen van de syllabus. Daarnaast zijn er ook enkele vragen die op specifieke opleidingen zijn gericht. Beantwoord deze vragen en vergelijk uw antwoorden met die van andere studenten.
Deze vragen helpen u het vak goed te studeren, maar helpen u ook uw studiemethode bij te sturen. Wanneer u na het studeren van een hoofdstuk een vraag onverwacht vindt of niet kan beantwoorden, ga dan na wat u bij het studeren hebt overzien en hoe u dat in het vervolg kan vermijden.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Suggesties bij de syllabus of bij internet-bestanden

Alle suggesties om de syllabus te verbeteren zijn welkom. Het mag zowel om tikfouten gaan als om delen waarvan u denkt dat ze duidelijker kunnen worden gemaakt. Een suggestie stuurt u liefst in een berichtje. Specificeer duidelijk waar het om gaat (afdeling, bladzijde, ...)
Waarschuwing: indien u iets niet begrijpt is het beter eerst een vraag te stellen (aan mij of aan een van de begeleiders). Stuur me slechts suggesties wanneer u zelf de zaak begrijpt.

Er wordt gewerkt aan een index voor de syllabus. De bedoeling is daar de plaats op te nemen waar bepaalde woorden worden omschreven. Wanneer u in de syllabus een woord tegenkomt dat u graag in de index zou opgenomen zien (omdat u daardoor minder zou moeten zoeken), stuur dan een berichtje met als titel “index”. In het berichtje geef je gewoon een lijstje van woorden.
Waarschuwing: er zijn een aantal woorden die ieder student zou moeten begrijpen en waarvoor je desnoods een woordenboek raadpleegt. Dergelijke woorden zullen vanzelfsprekend niet worden omschreven in de syllabus (en zullen ook niet in de woordenlijst worden opgenomen).

Wanneer u opmerkingen hebt bij de bestanden, of suggesties hebt om woorden op te nemen in de woordenlijst, klik dan hier. Let wel op de waarschuwing in de vorige alinea.


[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Oefeningen

Hieraan wordt gewerkt. Wat nu beschikbaar is zijn enkele oefeningen om uw logisch denken aan te scherpen. Sommige bestanden werden aangemaakt door collega Joke Meheus. Schrik niet als u haar naam bovenaan de pagina ziet staan.

  1. Oefeningen over inferenties
    Dit behoort tot de stof van het vak Wijsbegeerte.
  2. Oefeningen over argumenten en Toelichting daarbij
    Nuttige oefeningen, die echter niet tot de stof van het vak Wijsbegeerte behoren.
  3. Logische puzzels
    Nuttig, maar behoort niet tot de stof.
    Let op: indien u het bestand “Hoe logische puzzels aanpakken” leest, hou er dan rekening mee dat semantische methoden niet tot de stof van het vak Wijsbegeerte behoren. U kan de afdeling daarover dus beter overslaan.

[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Testen

Hierna vindt u twee testen met meerkeuzevragen zoals die op het examen worden gesteld. Wanneer u een van de testen invult en het formulier verstuurt, krijgt u meteen de uitslag. Lees vooraf goed de toelichting.
De eerste test betreft slechts de helft van de stof. De tweede test betreft de volledige stof en bevat 20 meerkeuzevragen, net zoals het examen.

  1. Test met 10 meerkeuzevragen
  2. Test met 20 meerkeuzevragen

[Top] [hier]     [ < ] [ > ]     [commentaar]

Persoonlijke hulp bij dit vak

U wordt aangespoord om vragen te stellen in de les. Indien u in dat groot auditorium liever niet het woord voert, dan mag u de vraag ook op een blad papier schrijven en vóór de les of gedurende de pauze op de katheder leggen.
Verder is een assistent of wetenschappelijk medewerker een aantal uren per week beschikbaar om vragen van studenten te beantwoorden en anderszins hulp te bieden bij dit vak. Als de uren niet passen kan u met die persoon een afspraak maken. Wie verantwoordelijk is voor de begeleiding bij dit vak vindt u (meest specifiek) hier en (algemener) hier. U keert van die pagina naar hier terug door op de “Back”-knop van uw “browser” te klikken (meestal bovenaan links). Als u verder gewandeld bent, klikt u op die knop tot u terug bij dit bestand bent.


[Top] [hier]     [ < ]     [commentaar]

Een waarschuwing

Het is typisch voor onze cultuur dat ook gevestigde opvattingen in vraag worden gesteld. Zonder dat zouden de wetenschappen niet ontstaan zijn. Opvattingen in vraag stellen gaat echter in tegen een psychologische behoefte aan zekerheid, die gewoonlijk wordt verhoogd door opvoeding en onderwijs. Het ondermijnt ook de macht van personen en instellingen die menen in een bepaald domein de waarheid in pacht te hebben. Dit heeft in de loop van de geschiedenis geleid tot harde ideologische conflicten omtrent het recht van mensen om zich een eigen mening te vormen en overeenkomstig die mening te handelen.
Soms wordt kritische zin verward met een onnozelheid. Het heeft geen zin opvattingen in vraag te stellen als daar geen redenen voor zijn, en het heeft geen zin ‘hypothesen’ te lanceren waarvoor geen enkele grond bestaat. Het komt er dus op aan te leren van wat werd gerealiseerd door vorige generaties of door specialisten in een bepaald domein, maar zich tegelijk te behoeden voor dogmatisme — dit is de weigering bepaalde opvattingen in vraag te stellen.
Het bovenstaande kan ook worden toepast op het vak Wijsbegeerte. De syllabus is het resultaat van een ernstige poging om vragen te behandelen die voor de studenten centraal zijn, en om tot juiste antwoorden op die vragen te komen. Deze antwoorden zijn echter niet vaststaand en al zeker niet heilig. Er is dus geen enkel probleem als u het met een van deze antwoorden niet eens bent. Het is echter wel belangrijk voor uzelf dat u nagaat welke argumenten u hebt om het niet eens te zijn.
Dit gebrek aan vaststaande antwoorden is niet typisch voor de wijsbegeerte. Wie de geschiedenis van gelijk welke wetenschap bestudeert, zal snel merken hoe weinig er overschiet van veel wetenschappelijke opvattingen uit het verleden.


[Top]     [ < ]     [commentaar]

Dit vak wordt ‘aangeleverd’ door een onderzoekseenheid met een grote wetenschappelijke output. Die onderzoekseenheid hecht echter ook veel belang aan het vormen van de studenten; lesgeven en begeleiden wordt er als een plezier ervaren.
 
De lesgevers voor dit vak doen hun uiterste best om zinnige stof op een zinnige manier te brengen. Hun doel is een degelijke vorming te verschaffen en nutteloze ballast te vermijden.
 
De lesgevers en begeleiders voor dit vak staan de studenten waar mogelijk bij. Dit betekent niet dat iedereen veel punten krijgt, maar wel dat iedereen wordt geholpen om veel punten te verdienen.
 
Sinds deze pagina’s op het internet beschikbaar zijn, hangt het mede van de studenten af of ze worden aangevuld en verbeterd. Wij rekenen op onze studenten.
 
U mag alle soorten opmerkingen maken, ook negatieve. Maar maak concrete opmerkingen. Schrijf niet ‘‘Dit vak interesseert me niet.’’ want dat is slechts een uiting van uw hoogst persoonlijke slechte smaak. Schrijf ook niet ‘‘Dit vak heeft voor mij geen nut.’’ Het nut van het vak wordt uiteengezet in de syllabus en in deze pagina’s. Zeg concreet wat volgens u geen nut heeft, wat volgens u te moeilijk is, wat volgens u ontbreekt. Wij willen niets liever dan het vak zo aantrekkelijk mogelijk te maken, maar daarvoor moeten we uw concrete problemen kennen. Wij kunnen dan ofwel de inhoud van het vak bijsturen, ofwel onze aanpak beter verantwoorden.